Frans Fraters schreef een boek over zijn jeugd. De in Monster woonachtige Westlander beschrijft de periode van 1932, zijn geboortejaar, tot 1948, het jaar waarin hij zestien is, zijn jeugdjaren definitief achter zich laat en gaat werken voor de BPM, ofwel de Bataafse Petroleum Maatschappij.
Fraters schreef het boek voor zijn kinderen René en Carolien en zijn kleinkinderen Don en Eke, die hem regelmatig aanspoorden om al zijn verhalen over vroeger op papier te zetten. Daar is hij op 82-jarige leeftijd mee gestart, om tien jaar later via uitgeverij RETROVISION zijn boek uit te kunnen brengen.
Fraters beschrijft onder meer zijn jeugd in Duindorp, de crisisjaren, de mobilisatie, de Vijfdaagse oorlog, de Duitse bezetting, de bevrijding en wederopbouw. Ook gaat hij in op zijn jaren op de kleuterschool, lagere school en mulo. Als lezer krijgen we tevens een inkijkje op gevierde feestdagen, zijn geloofsbeleving, beroepskeuze, ontspanning en vakanties.
Kortom, een boek met eeuwigheidswaarde, waarmee Frans zich in de herfst van zijn leven toch een klein beetje onsterfelijk heeft gemaakt.